Jan Meijer
Mijn vader was Bergenaar en mijn moeder was een geëmancipeerde Zeeuwse en na hun trouwen gingen ze dus halverwege wonen in Leiden, waar ik ben geboren en tot mijn zevende op school heb gezeten.
In die jonge jaren was ik heel veel ziek, bronchitis, waardoor ik veel school mistte. In 1954 verbleef ik een paar maanden in het koloniehuis het Zeehuis in Bergen aan Zee om op te knappen wat verbluffend goed werkte. Ieder zomer verbleven wij al in ons piepkleine houten zomerhuisje aan de Studler van Surcklaan en begin 1956 verhuisden wij naar Bergen in een huis op de Buerweg.
Ik kwam in de klas van Meester Pascha, daarna Meester Luppens en de Geus. Ik was qua leren veel achter vanwege de moeilijke eerste jaren en ook lichamelijk niet erg sterk. Na wat omzwervingen en veel martelen op de Brederode school bij Meester Kok, de VGLO en het Christelijk Lyceum kwam ik op de Mulo, Beemsterlaan terecht. Daar ging het ook niet goed. Ik was 0% gemotiveerd. Mijn vader was kapitein kustvaart en ik wilde maar een ding: naar zee.
Mijn ouders waren daar faliekant op tegen: ze wilde mij het zeemansleven besparen (in die tijd was een zeeman 11 maanden op reis en kreeg daarna een maand verlof). Ik kreeg bijles van Julius Jansen en zijn vrouw (leraar op de MUS). Hij onderkende het probleem en overtuigde mijn ouders om mij naar de zeevaartschool te laten gaan.
Toen zag ik het licht en ging verder het leren zonder problemen. Ik volgde de zeevaartschool in Den Helder en ging varen als stuurman. Na enige jaren ging ik in dienst en werd reserve officier bij de Koninklijke Marine. Tijdens een van de Marine reizen kwam ik in Zweden Ami tegen, waarmee ik 11 maanden later trouwde.
We zij nu ruim 47 jaar getrouwd en hebben twee lieve dochters en 6 kleinkinderen. Na de marine en het halen van mijn hogere stuurmansrangen op de zeevaartscholen Den Helder en Amsterdam ging ik terug op de koopvaardij. Ami heeft toen twee jaar mee gevaren letterlijk de hele wereld rond. Na die jaren op zee wilde ik weer verder studeren. Omdat in die tijd het HBO en de universiteiten nog niet op elkaar aansloten moest ik eerst Colloquium Doctum doen. Dat was niet eenvoudig maar het lukte en ik studeerde daarna 4 jaar in Delft en Plymouth (UK) en haalde mijn Masters Degree in International shipping.
Tijdens het laastste jaar besloten twee collega studenten en ik om na de opleiding een klein scheepvaart, haven en maritiem adviesbureau op te zetten. Een collega student haakte vrij snel af maar met de Australiër Colin Munro heb ik vele jaren fijn samen gewerkt totdat hij na een ernstige ziekte overleed. Wij deden projecten over de hele wereld en in 1998 werd ik gevraagd de regering van het Sultanaat Oman (een land op het Arabisch schiereiland aan de Indische Oceaan grenzend aan de Emiraten, Yemen en Saudi-Arabië) om te adviseren bij het opzetten van een haven. Het opzetten van de haven structuur en uiteindelijk een joint venture tussen de haven van Rotterdam en Oman was een grote klus. In 2003 werd ik gevraagd of ik persoonlijk de uitvoering van het project wilde leiden. Dat betekende dat Ami en ik in Oktober van dat jaar verhuisden naar Muscat, Oman. Iets waar we geen moment spijt van hebben gehad.
Behalve dat Oman een heel mooi groot vreedzaam land is, heeft het een ongelofelijk tolerante, vriendelijke en positieve bevolking. Na mijn pensionering in 2012 werd ik door de regering gevraagd leiding te geven aan het opzetten van een logistieke strategie 2040 voor het land en daarna te assisteren bij de algemene planning. In 2015 zijn we terug verhuisd uit Oman naar ons huis op de Jan Leijenlaan en ik heb tot begin vorig jaar nog part time bij de eerder genoemde planning geadviseerd. Sinds 2015 brengen we onze tijd 50/50 door in het fijne Bergen en in ons huis in Zuid Zweden (Vittsjö).