Schoolreisje Amsterdam juni 1957

marianne

Het is natuurlijk een grote gebeurtenis als je voor enkele dagen naar Amsterdam gaat.
De 4e klas beleefde het.

Eerste dag van het schoolreisje.
Op 5 juni was het schoolreisje. De kinderen waren wel wat zenuwachtig. Eindelijk was de dag aangebroken. Een geschreeuw en gejoel van jawelste. Toen kwam de bus. We reden binnen twee uur Amsterdam binnen. Toen gingen we naar de Burgemeester Fockschool. We gingen mee naar huis. Met een uurtje waren we met boterhammen bij. Met de tram naar het Rijksmuseum. Daar aten we brood met limonade. We gingen rondlopen, en hebben alles gezien. De Nachtwacht, en de slag bij Waterloo. Toen gingen we naar de rondvaart.
Over het Y, Herengracht, en nog veel meer. Toen gingen we naar huis.

Tweede dag.
In Artis zijn we naar de vogels geweest. Die waren prachtig gekleurd. Toen we die gezien hadden gingen we naar de krokodillen. Die waren mooi. Er was een krokodil die had een roze oog. Dat was een eng gezicht. Toen gingen we naar het gebouw van de apen. Er was een vieze aap die wat deed boven op een andere aap, die werd helemaal nat. Toe gingen we naar de zeehonden die werden gevoerd. Er was een rots en die was gebouwd als een springplank. Daar dook de ene af. Toen gingen we naar huis. Later, Instituut voor de Tropen. We hebben film gezien en allerlei dingen uit Indonesië.

Derde dag.
De derde dag gingen wij naar Aalsmeer. Bandenpech. Andere bijgekomen. Bloemencorso in het klein gezien, dat was erg mooi. Toen naar Schiphol. Daar hebben we gekeken naar het dalen van alle vliegtuigen. Toch twee keer op de foto. Gegeten hebben we daar ook. 4 uur thuis. Kwart over 7 bij school. 9 uur in Bergen.

Marian Waards

Jan Meijer

jan-Meijer-van-Reenenschool.jpg

Mijn vader was Bergenaar en mijn moeder was een geëmancipeerde Zeeuwse en na hun trouwen gingen ze dus halverwege wonen in Leiden, waar ik ben geboren en tot mijn zevende op school heb gezeten.
In die jonge jaren was ik heel veel ziek, bronchitis, waardoor ik veel school mistte. In 1954 verbleef ik een paar maanden in het koloniehuis het Zeehuis in Bergen aan Zee om op te knappen wat verbluffend goed werkte. Ieder zomer verbleven wij al in ons piepkleine houten zomerhuisje aan de Studler van Surcklaan en begin 1956 verhuisden wij naar Bergen in een huis op de Buerweg.

Ik kwam in de klas van Meester Pascha, daarna Meester Luppens en de Geus. Ik was qua leren veel achter vanwege de moeilijke eerste jaren en ook lichamelijk niet erg sterk. Na wat omzwervingen en veel martelen op de Brederode school bij Meester Kok, de VGLO en het Christelijk Lyceum kwam ik op de Mulo, Beemsterlaan terecht. Daar ging het ook niet goed. Ik was 0% gemotiveerd. Mijn vader was kapitein kustvaart en ik wilde maar een ding: naar zee.

Mijn ouders waren daar faliekant op tegen: ze wilde mij het zeemansleven besparen (in die tijd was een zeeman 11 maanden op reis en kreeg daarna een maand verlof). Ik kreeg bijles van Julius Jansen en zijn vrouw (leraar op de MUS). Hij onderkende het probleem en overtuigde mijn ouders om mij naar de zeevaartschool te laten gaan.
Toen zag ik het licht en ging verder het leren zonder problemen. Ik volgde de zeevaartschool in Den Helder en ging varen als stuurman. Na enige jaren ging ik in dienst en werd reserve officier bij de Koninklijke Marine. Tijdens een van de Marine reizen kwam ik in Zweden Ami tegen, waarmee ik 11 maanden later trouwde.

We zij nu ruim 47 jaar getrouwd en hebben twee lieve dochters en 6 kleinkinderen. Na de marine en het halen van mijn hogere stuurmansrangen op de zeevaartscholen Den Helder en Amsterdam ging ik terug op de koopvaardij. Ami heeft toen twee jaar mee gevaren letterlijk de hele wereld rond. Na die jaren op zee wilde ik weer verder studeren. Omdat in die tijd het HBO en de universiteiten nog niet op elkaar aansloten moest ik eerst Colloquium Doctum doen. Dat was niet eenvoudig maar het lukte en ik studeerde daarna 4 jaar in Delft en Plymouth (UK) en haalde mijn Masters Degree in International shipping.

Tijdens het laastste jaar besloten twee collega studenten en ik om na de opleiding een klein scheepvaart, haven en maritiem adviesbureau op te zetten. Een collega student haakte vrij snel af maar met de Australiër Colin Munro heb ik vele jaren fijn samen gewerkt totdat hij na een ernstige ziekte overleed. Wij deden projecten over de hele wereld en in 1998 werd ik gevraagd de regering van het Sultanaat Oman (een land op het Arabisch schiereiland aan de Indische Oceaan grenzend aan de Emiraten, Yemen en Saudi-Arabië) om te adviseren bij het opzetten van een haven. Het opzetten van de haven structuur en uiteindelijk een joint venture tussen de haven van Rotterdam en Oman was een grote klus. In 2003 werd ik gevraagd of ik persoonlijk de uitvoering van het project wilde leiden. Dat betekende dat Ami en ik in Oktober van dat jaar verhuisden naar Muscat, Oman. Iets waar we geen moment spijt van hebben gehad.

Behalve dat Oman een heel mooi groot vreedzaam land is, heeft het een ongelofelijk tolerante, vriendelijke en positieve bevolking. Na mijn pensionering in 2012 werd ik door de regering gevraagd leiding te geven aan het opzetten van een logistieke strategie 2040 voor het land en daarna te assisteren bij de algemene planning. In 2015 zijn we terug verhuisd uit Oman naar ons huis op de Jan Leijenlaan en ik heb tot begin vorig jaar nog part time bij de eerder genoemde planning geadviseerd. Sinds 2015 brengen we onze tijd 50/50 door in het fijne Bergen en in ons huis in Zuid Zweden (Vittsjö).

Paul Guermonprez

Door Kees de Pee.
Het was in de derde klas. Paul en ik zaten allebei op padvinderij en ik vond hem een leuke jongen. Ik legde een briefje bij hem neer en stelde voor om vrienden te worden. Het was het begin van een lange vriendschap. In de vijfde en zesde klas werden we gescheiden, vervolgens ging Paul naar het gymnasium, stapte over op de Rijks HBS, ik ging naar de gemeentelijke handelsdagschool en HBS-A, maar dankzij de padvinderij hielden we contact.
Paul woonde op het Oude Hof, waar zijn vader directeur van de Volkshogeschool was. Ik kwam graag in dat culturele milieu, dat zo anders was dan het milieu waarin ik opgroeide, waar docenten en kunstenaars over de vloer kwamen, waar onderin het gebouw een grote keuken was waar vaak iets gebakken werd, kortom waar altijd iets gebeurde.
In 1963 hebben we een fietstocht gemaakt langs de volkshogescholen, waar we altijd in de tuin ons tentje opzetten. Kamperen waren we als verkenners wel gewend, erg basic, dus geen luchtbedden of matrasjes. In het bos rondom het Oude Hof stond (en staat nog steeds) de Zwarte Schuur, en iets verderop stond het troephuis van De Duintrappers, zoals de welpen en verkenners heetten.
Het jaar daarop gingen we op de fiets naar de volkshogeschool Chateau de Méridon in Chevreuse, iets ten zuiden van Parijs, met hetzelfde kleine tentje. In 1965 fietsten we naar Kopenhagen, waar mijn broer Maarten trouwde. Paul was heel handig, en dat kwam op deze lange fietstochten goed van pas. Hij was ook degene die kookte, jawel, op een enkel gaspitje. Dat Paul ook uitblonk bij de handenarbeid behoeft geen nader betoog.
In datzelfde jaar ging Paul in Delft Lucht- en Ruimtevaart studeren, maar gaandeweg besefte hij, dat vliegtuigen voor een belangrijk deel in de defensie-industrie werden gefabriceerd. Tegelijkertijd werd hij aanhanger van het pacifisme – hij zou dienstweigeraar worden – en die twee dingen vielen niet te verenigen. Hij stapte over naar bedrijfskunde en heeft na zijn afstuderen geruime tijd in een sociale werkplaats gewerkt. Later zou hij een baan bij de NS aanvaarden.
Tijdens zijn studie had hij Kristin ontmoet. Zij gingen in Amersfoort wonen en kregen twee zoons. In de tweede helft van de jaren negentig bleek Paul darmkanker te hebben. Het zag er niet goed uit en na een ziekbed van enkele maanden overleed hij in december 2000, nog geen 55 jaar oud.
Paul was een bijzondere man, had veel voor anderen over en had respect voor de medemens, was slim maar bescheiden, had ook Bourgondische trekjes, kon goed koken, knutselde graag en deed veel in en om het huis. Ondanks het feit dat wij een verschillende maatschappijvisie hadden, was Paul mijn beste vriend. Niemand heeft zijn plaats kunnen innemen. De vele brieven die wij elkaar schreven zijn een dierbare herinnering.

[Auteur Kees de Pee]
Rob Tijken

Rob Tijken

Was zeer verrast een mailtje te ontvangen van Petra, die via een overlijdensbericht van mijn broer achter mijn adres was gekomen.
Heb altijd goede herinneringen gehad aan mijn lagere schooltijd, lekker voetballen op het schoolplein, Meester Pascha, die als iemand weer eens wat uitgehaald had binnen kwam met steeds dezelfde beginzin: welke onopgevoede lummel heeft ……
Meester Luppens was mijn favoriete meester, een stuk moderner dan de andere leerkrachtenen lekker veel sport.
Heb via de MULO, HBS/A gedaan op het Chr Lyceum in Alkmaar. Daarna opgeroepen voor militaire dienst (lichting 67/2) en na een opleiding als radio telegrafist in Seedorf – Duitsland gediend.

Ben na mijn diensttijd in Amsterdam gaan werken als administratief medewerker bij een handelsfirma en later effectenadministratie gaan doen bij verschillende werkgevers tot mijn pensionering in 2017.
In die tijd ben ik gaan samenwonen met een vriendin en in Purmerend verzeild geraakt waar ik nu nog woon.
Helaas is onze relatie stuk gegaan, waardoor ik tijdlang alleen door het leven ben gegaan, tot dat ik op mijn 48e jaar bedacht dat er meer in het leven moest zijn (midlife crisis ?)

Via via in contact gekomen met een Filipijnse vrouw Alice en in 1997 zijn we in haar dorp getrouwd, wat een aparte belevenis was. Je hoefde in ieder geval geen uitnodigingen te sturen, het hele dorp kwam toch wel langs.
Inmiddels ben ik een trotse vader van een prachtige dochter van 19 jaar, die vorig jaar is begonnen met haar studie psycho-biologie bij de UVA.

Rob Tijken

[Oproep Flessenpost] reünie Van Reenenschool Bergen voor oud-leerlingen van de klas 1953-1959

00668

Ruim 60 jaar na dato

Gepubliceerd op flessenpost: 31 januari 2020
Reünie Van Reenenschool Bergen voor oud-leerlingen van de klas 1953-1959
Op 18 april vindt in de Van Reenenschool een reünie plaats voor oud-leerlingen die bij elkaar in de klas zaten tussen 1953 en 1959. Een klas met maar liefst 52 leerlingen. Ruim 60 jaar na het verlaten van de school elkaar ontmoeten, herinneringen ophalen en horen wat het leven heeft gebracht en of de verwachtingen zijn uitgekomen. De leerkrachten juffrouw Roos, Verwey, Bant, meester Pascha, De Geus, Nijdam zijn niet meer in leven. Op de reünie zullen wel aanwezig zijn meester Luppens, nu 87 jaar en de vrouw van meester De Geus.

Ruim de helft van de oud-leerlingen is al opgespoord, maar de zoektocht is in volle gang. Speciaal voor deze gelegenheid is een website beschikbaar waarop veel informatie te vinden is, zoals een stukje geschiedenis van de school, een leerlingenlijst, levensbeschrijvingen van leerkrachten en oud-leerlingen en oude foto’s van o.a. schoolreisjes: naar Artis in de derde klas, driedaagse uitwisseling met een school in Amsterdam in de vierde klas, vijfdaagse met Markelo in de vijfde klas en vijfdaagse met Wageningen in de zesde klas.

Voor meer informatie en aanmelding http://www.van-reenenschool.nl of bij Pieter Boersma 072-5125630